, [], Whether the judicial precepts were suitably framed as to the relations of one man with another?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij zult hem dat pand [18]zekerlijk wedergeven, als de zon ondergaat, dat hij in zijn kleed nederligge, en u [19]zegene; en [20]het zal u gerechtigheid zijn voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods. 18. Hebreeuws, wedergevende wedergeven. 19. Dat is, uw medelijdendheid voor God gedenke en zijn goddelijken zegen u van harte toewense en toebidde. 20. God zal het houden voor een goed werk der barmhartigheid, dat hem in den Messias aangenaam is, als uit waar geloof en tot zijn eer gedaan, naar zijn wet, die een richtsnoer is der gerechtigheid, waarnaar zij die door het geloof gerechtvaardigd zijn, Gode ter dankbaarheid schuldig zijn te wandelen. Vergelijk boven, hfdst.6 vs.25, en hfdst.9 vs.5; Ps.106:31; Luk.1:74,75; Rom.6:18,19; Gal.5:6; Fillip.1:11.